Rit 4 bestaat al enkele jaren traditioneel uit twee bijna identieke lussen. Deze rit is weliswaar de kortste van de marathon etappes , maar is met meer dan 2.300 hm over amper 67 km zeker niet te onderschatten.

De start gaat opnieuw richting Col d’Haussire, maar ongeveer halverwege, aan de Diable Chateau vijver, gaan we links richting Parc à Gibier. Net voor de parking draaien we bijna 180° om via een breed, onverhard pad onze weg richting top verder te zetten. Boven aan de Col d’Haussire wordt het eventjes makkelijker met een snelle afdaling richting Samree waar reeds de eerste bevoorrading wacht. Onmiddellijk voorbij de bevoorrading volgen enkele flowy single track richting Bérismenil waar we de weg over steken en nog twee afdalingen erbij nemen, één zeer snelle en één smalle, technische alvorens terug de klim naar Borzée aan te vatten. De klim aan de steengroeve zal voor velen ongetwijfeld (pijnlijke?) herinneringen oproepen aan het Belgisch kampioenschap XCM in 2020 toen deze helling maar liefst drie maal moest bedwongen worden. Boven staat de tweede bevoorrading klaar.

Voor het eerst sinds 2013 zal de befaamde muur van Borzée slechts één maal beklommen worden, gisteren in de finale van de koninginnenrit , want vandaag nemen we de muur  naar beneden. Via een kort lusje richting Samree komen we even later terug in Borzée op amper 100 meter van de bevoorrading. Ideaal voor volgers of supporters op de renners meermaals per ronde aan te moedigen.

Van hieruit gaat het terug richting Samree om terug in te pikken op het parcours van de eerste ronde. Op het einde, iets voorbij Borzee, gaat we rechtdoor via de klassieke finale. De laatste rotsafdaling is dezelfde als tijdens de tijdrit. De finish in de tuin van hotel Floreal lonkt.